Module 1: basiskennis meubelstoffering
- Singelen
- Veren zetten
- Schuim
- Opbouw zitting algemeen
- Hocker met schuim en veren
(als je de vakworkshop hebt gevolgd, maak je de hocker met crin)
- Platstofferen van een gewone stoel of krukje (zelf te verzorgen)
- Hoogstoffering van een vrij eenvoudige stoel met schuim en veren (zelf te verzorgen na advies van de vakdocent.
- Tussentijds verkenning van materialen en er mee werken.
- Verkenning van gereedschap en ermee werken.
De bedoeling is dat je tijdens deze afzonderlijke projecten de basistechnieken onder controle krijgt.
Module 2: Tijdens deze lessen leer je het gebruik van de naaimachine, het maken van kussens, hoezen, stoflegging en afwerking. Diverse technieken komen aan de orde. Je gaat zelf aan de slag met een hoes of sierkussen, waarbij je leert werken met piping. In module 4 komt het kussen met opstaande rand nog voorbij.
- Gebruik van naaimachines en aanverwanten
- Stoflegging en knippen
- Aan de slag met hoezen voor een sierkussen
Verdiepingsles: stijlkennis
Na afronding van de 2 basismodules volgt een les stijlkennis. Deze wordt separaat ingepland. Dit valt gedeeltelijk onder kunstgeschiedenis, maar is hier maar een heel klein stukje van.
• Onder welke stijl valt het meubel
• Wat zijn de kenmerken voor stofferen
• Welke stoffen horen hierbij.
Inclusief Het Nederlandse meubelboek, waarin verschillende meubelstijlen aan bod komen zoals gotiek, renaissance, barok, rococo en neoclassicisme, maar ook empire, biedermeier, historisme en art nouveau en art deco. Rijk geïllustreerd.